Het schilderachtige dorpje Szalatnak, in de Provincie Baranya, ligt aan de voet van het Mecsekgebergte. Het dorpje bestaat uit een slaperige dorpsstraat en twee zijstraten, gedeeltelijk langs een beekje. Het plaatsje, gelegen in een dal, is omgeven door eindeloze bossen, drie meren (om te zwemmen of te vissen) en het uitgestrekte Natuurgebied Oostelijke Mecsek (Kelet-Mecsek Tájvédelmi Körzet). Naast de Hongaarse bevolking is er van oudsher ook een Duitstalige minderheid, de zogenoemde Schwaben. Enkele Duitse en Nederlandse families heben het unieke karakter reeds ontdekt en zijn er bezitter van een woning. Om het echt te leren kennen, is een bezoek de enige goede manier. Het meest kenmerkende zijn misschien wel de wijnkelders aan het begin van het dorpje, die helemaal zijn uitgegraven in een steile wand van aarde. Het dorpje (ca. 400 inw.) heeft een levensmiddelenwinkel, overige winkel- en diverse toeristische en sportvoorzieningen zijn te vinden in het 2 km verderop gelegen beroemde dorp Kárász; hier kan men paardrijden, tennissen, zwemmen en in de hele omgeving ligt een uitgestrekt wandel- en fietspadennet. Op 20 minuten rijden ligt het kuuroord Sikonda. Het dorp wordt ontsloten zowel per goed begaanbare wegen als per openbaarbaar vervoer: een buslijn doet het plaatsje aan en het heeft een eigen treinstation. Daarnaast liggen de stadjes Komló en Bonyhád op een goed kwartier rijden, alwaar alle overige voorzieningen voor handen zijn.
