De Provincie Tolna is gelegen in het zuidwesten van Hongarije, in de streek Zuid-Transdanubië, ten zuidoosten van het Balatonmeer en ten westen van de Donau. De provinciehoofdstad is Szekszárd, met 35.000 inw. de kleinste provinciehoofdstad van Hongarije. De plaats is bekend om haar wijnproductie, waarbij met name de roséwijnen vermaard zijn. Goede wijngebieden liggen ten westen (nabij Szentgál), ten zuiden (richting Várdomb en Bátaszék), rond het wijnstadje Simontornya en in en rond Bonyhád. Tolna heeft een oppervlakte van 3703 km2 en een bevolking van slechts 245.000, waarmee het een van de kleinste provincies van het land is. Naast de provinciehoofdstad zijn andere belangrijke plaatsen Dombóvár (ca. 21.000 inw.), Paks (20.500), Bonyhád (14.000), de stad Tolna (12.000) en Tamási en Dunaföldvár (elk bijna 10.000). Steeds meer Nederlanders en Belgen ontdekken Tolna, waarbij met name de Oostelijke Mecsek en de Heuvelrug van Tolna met de zogenoemde Völgység (Valleistreek) populair zijn, alsmede de wijnstreek tussen Simontornya en Tamási en Hőgyész, met het uitgestrekte bosrijke Woud van Gyulaj. Een geliefd dorp is bijvoorbeeld Tevel, waar Hongaarse gemoedelijkheid gepaard gaat met Schwabische volksgebruiken. Een voordeel is dan ook dat men met Duits behoorlijk ver komt in deze provincie, met name rond Bonyhád, het centrum van de Duitse (Schwabische) cultuur. De streek was verregaand ontvolkt toen in 1696 de Turken van de Oostenrijkers verdreven werden. Voor een nieuwe bevolking haalden de nieuwe heren eerst Schwaben, later migranten uit geheel Zuid-Duitsland. Zo ontstond een grote hoeveelheid van Duitstalige dorpen. Toen een gedeelte van de Duitstalige bevolking na de Tweede Wereldoorlog verdreven werd, kwamen Sekels (Székely, een Transsylvaanse stam) uit het voormalig Hongaarse Zevenburgen en Hongaren uit Slowakije en de Bukovina (op de grens van Roemenië en Oekraïne) hierheen, die eveneens in hun thuisland niet meer welkom waren. De verschillende bevolkingsgroepen zijn vandaag een verrijking van het culturele leven. Toeristische bezienswaardigheden zijn o.a. de Donau, met het grote voor publiek toegankelijke natuurpark Woud van Gemenc en het Mecsek gebergte. Thermale baden zijn er o.a. in Hőgyész (bij een kasteelhotel), Tamási en Gunarasfürdő (bij Dombóvár). Het noorden van Tolna is relatief vlak met uitgestrekte velden en akkers, het zuiden is sterk glooiend, zowel de uitlopers van de Mecsek, als nabij de Donau, met veel bossen, jacht- en wildparken en meanderende rivieren zoals de Sió. Een leuk stuwmeer ligt bij Szálka, tussen Bonyhád, Szekszárd en Bátaszék. Diverse recreatiemogelijkheden voor jong en oud. Moderne autowegen en een autosnelweg in aanleg (M6 Boedapest-Szekszárd-Kroatië) zorgen voor een goede ontsluiting, en het vliegveld van Pécs ligt op goed bereidbare afstand.